Het bevalproces

De fasen

De veilige periode om te bevallen loopt van 37 weken zwangerschapsduur tot 42 weken. Dit is de periode waarin de bevalling onder begeleiding van de verloskundige mag plaatsvinden. Dit kan thuis of in het ziekenhuis (poliklinisch). Een bevalling (of de partus zoals wij die noemen), verloopt in vier fases, te weten:

  • de ontsluitingsfase
  • de uitdrijvingsfase
  • het nageboortetijdperk
  • het post placentaire tijdperk

Voorbereidende fase

Eigenlijk moet voorafgaand aan de eerste fase nog een fase worden toegevoegd, namelijk de voorbereidende fase. Deze treedt op voordat de bevalling echt door gaat zetten. Hierin bereidt de baarmoeder zich voor op het "echte werk". De baarmoederopening verweekt, wordt korter en keert zich richting het midden van de vagina. Verder kan hij al wat open gaan staan (ontsluiting), doorgaans niet meer dan 2 cm. Deze fase verloopt soms zonder dat de aanstaande moeder het in de gaten heeft, maar meestal zijn er wat beginnende (vooral onregelmatige) samentrekkingen van de baarmoeder.

Het bevalproces

De ontsluiting

Weeën

Tijdens de ontsluiting opent de baarmoeder zich geleidelijk tot 10 cm (volledige ontsluiting). Deze bestaat uit de latente en de actieve fase. We spreken van de latente fase tot ongeveer 4 cm ontsluiting. De weeën komen regelmatig, ongeveer om de 4- 5 min. en zijn matig sterk. We spreken van de actieve fase vanaf 4 tot 10 cm ontsluiting. De weeën komen regelmatig ( ongeveer om de 2-3 minuten) en zijn krachtig. De pijnlijkste weeën zijn te verwachten tussen 8 en 10 cm ontsluiting.

Wat zet je klaar voor de bevalling?

  • kleren om in te bevallen (ruim T-shirt bijvoorbeeld) en om na de bevalling aan te trekken (ruimzittend). Denk ook aan een badjas en eventueel slippers om te douchen.
  • kleren voor de baby (rompertje,warm pakje, mutsje, jasje, dekentje, badcape, sokjes)
  • maxicosi
  • toiletspullen
  • fototoestel en eventueel filmcamera (denk aan extra rolletje/memory-card en batterij)
  • zwangerschapskaart, ponskaartje, bewijs van inschrijving van de zorgverzekering, inschrijfgegevens van de kraamzorg
  • druivensuiker (voor energie), lippenbalsem (voor droge lippen door het zuchten) en dikke sokken (voor koude voeten)
  • parkeergeld en munten van een of twee euro voor de rolstoel
  • huis- en autosleutels!

Waar rekening mee te houden?

Het is verplicht om, ongeacht de plaats van bevallen, het bed thuis op te hogen tot minimaal 70-80 cm (vanaf de vloer tot aan de bovenrand van de matras). Dit kan met behulp van klossen (dit zijn ijzeren steunen), lege bierkratten, houten blokken of stenen blokken. Klossen zijn af te halen bij de thuiszorgwinkel van Groene Kruis Domicura. Twee matrassen op elkaar is géén goede oplossing.

Wanneer de bevallingspijn niet goed te dragen is door bijvoorbeeld vermoeidheid, angst, of te sterke weeënactiviteit, zullen we je zo goed mogelijk helpen en ondersteunen. We geven je dan tips en doen suggesties om de bevalling tot een goed einde te brengen.
Jij bent de enige die goed kan beoordelen waar jouw grenzen liggen. We kunnen in overleg pijnstilling voor je regelen. Dit vindt altijd plaats in het ziekenhuis onder leiding van een gynaecoloog en/of een anesthesist.

Baringshoudingen

Wanneer je bevalt met één van onze verloskundigen ben je vrij om verschillende houdingen uit te proberen. Kijk wat op dat moment het beste voor jou werkt! Ook kan je gebruik maken van bijvoorbeeld de TENS, skippybal, een baarkruk of een bevalbad.

Uitdrijvingsfase

Tijdens de uitdrijvingsfase of het persen wordt het kind uit de baarmoeder geduwd. Deze fase start bij volledige ontsluiting. Meestal krijg je nu tussen de weeën door iets langer de tijd om nieuwe energie te verzamelen voor de persweeën. De buikspieren helpen van nature mee om het kind eruit te duwen, dit noemen we persdrang. Veel aanstaande moeders beschrijven het als een sterk gevoel om te moeten poepen. Dit wordt veroorzaakt doordat het hoofd van het kind op de endeldarm (het laatste stukje darm) drukt. Het is een krachtig gevoel, waaraan heel moeilijk weerstand geboden kan worden. Moeder en kind worden door ons nauwlettend geobserveerd.

Het nageboortetijdperk

Het nageboortetijdperk is de fase vanaf de geboorte van het kind t/m de geboorte van de placenta. De placenta mag maximaal een uur op zich laten wachten. Tijdens dit uur letten we op de conditie van moeder en baby en en mag de vader de navelstreng doorknippen. Het is goed om de baby al aan de borst te leggen als je van plan bent om borstvoeding te geven. Zo kan het kind gelijk oefenen en laat de nageboorte/placenta gemakkelijker los.

Het postplacentaire tijdperk

Het postplacentaire tijdperk is de fase vanaf de geboorte van de placenta. Nu kunnen we, indien nodig, hechten en het kind onderzoeken. Als de moeder zich goed voelt, mag ze zich douchen. Bij een poliklinische bevalling (onder leiding van de vroedvrouw / verloskundige) mag je ongeveer 2 uur na de bevalling samen met de kraamverzorgster naar huis. Bij een klinische bevalling (onder leiding van de gynaecoloog) bepaalt de gynaecoloog of de kinderarts, wanneer je weer naar huis mag. Bel ons wanneer je thuis bent gekomen, wij komen natuurlijk nog een aantal keer bij je thuis voor de kraambedcontroles.

En dan is er tijd voor champagne en beschuit met muisjes!